Mokkebank – Laaksum
Een deel van de in 1993/1994 aangelegde zandplaten (120.000 m³) zijn in de loop van de tijd geërodeerd naar dieper water. De maatregelen die gericht zijn op het terugbrengen van vitaal waterriet, onder andere door het creëren van een natuurlijk peilpolder,
In natuurgebied Mokkebank worden twee polders met natuurlijk waterpeil gerealiseerd. Door het natuurlijke waterpeil in deze polders ontstaat er een nattere situatie in de winter en het voorjaar. Deze is gunstig voor een optimaal functionerend moeras en overstromingsgrasland. In deze polders met natuurlijk waterpeil wordt een slenkenpatroon gecreëerd om extra (natuurvriendelijke) oeverlengte te realiseren. Door harde en steile oevers van steen en rechte dijken zijn veel gebieden met ondiep water en zandplaten verloren gegaan en ontbreken zachte oevers. De polders met natuurlijk waterpeil en het slenkenpatroon bieden, door de aanleg van eilanden, ondieptes, rietvelden en oeverlanden, leefgebied voor (broed)vogels. Zo kan bijvoorbeeld de zwarte stern weer voldoende muggen vangen in gebieden met ondiep water en uitrusten op de kale zandplaten. Daarnaast wordt er een vispassage gerealiseerd, wat de visstand in het IJsselmeergebied ten goede zal komen. Gezamenlijk zullen de aanleg van een vispassage, het creëren van een grote hoeveelheid extra natuurvriendelijke lengte en de aanleg van ontbrekend leefgebieden enorme bijdrage leveren aan het herstellen van de natuurfunctie van het IJsselmeergebied.
De Mokkebank wordt opgesplitst in een westelijk en oostelijk deel. In beide delen zal een natuurlijk peil polder gerealiseerd worden welke onderling met elkaar in verbinding staan door een afsluitbare duiker. Beide polders zullen een afzonderlijke inlaat krijgen met terugslagklep. De lokstroom zal worden opgewekt middels een waterwindmolen (één per peilpolder). Aan de oostgrens van de Mokkebank west komt een bekkenvispassage die aansluit op beide peilpolders. In de polders zal een slenkenpatroon worden afgegraven. Door het natuurlijk reliëf en het graven van slenken ontstaat er een gradiënt van droog op de hoge delen en nat in de lage delen en permanent water in de slenken. Doordat het water natuurlijk fluctueert ontstaat er een gradiënt aan vegetatietypen. Van open water naar flauwe oevers met slik en waterplantvegetaties die overgaan in waterriet, rietruigte naar op de hogere delen bij maaien schraalgrasland. Rondom de natuurlijk peil polders zal een kade worden aangelegd, op de kade langs de hoofdslenken zal een onderhoudspad worden aangelegd.
Op ’t Mirnser Klif worden grote delen van het riet afgeplagd om meer waterriet te realiseren voor vissen en rietbroedvogels. Het plagsel wordt verwerkt in een werkpad, gelegen aan de noordzijde, die zich uitstrekt over de gehele lengte van het gebied. Tegen dit werkpad wordt een hoofdslenk gegraven met haaks daarop aftakkingen in de vorm van smalle slenken. Tussen de smalle slenken ontstaan hierdoor blokken waar waterriet zich kan ontwikkelen. De huidige riet- en lisdoddevegetatie, die zich op de lobben zand aan de IJsselmeerkant bevinden, wordt in stand gehouden.
In dit maatregelpakket is erosie-aanpak gecombineerd met ecologische en toeristische-recreatieve maatregelen. Het geeft ook invulling aan de verbetering van de mogelijkheden voor recreatieve beleving van cultuurhistorie en natuur. Er komt een vogelkijkplek en een wandelverbinding via een struinpad langs de (nog in het landschap zichtbare) oude (vlucht)haven van Laaxum. De haven in het dorp Laaxum wordt kwalitatief verbeterd, o.a. de meerpalen en ook is er een zwemtrap aangelegd om veilig te kunnen zwemmen vanaf de dijk.
